De virtuele koppositie, al weken hét onderwerp van gesprek binnen de selectie van Waskemeer 5.
Waar de één heilig in het kampioenschap geloofd en de platte kar al aan het versieren is, zijn er ook sceptici binnen de selectie die eerst willen zien en dan geloven. Het gegoochel met verliespunten, inhaalwedstrijden en ‘zes-punten-wedstrijden’ is minder aan hen besteed. Strijd, passie en beleving is waar de mannen voor staan en daar word door menigeen meer vertrouwen uit gehaald dan het geknoei met cijfers. Aan de inmiddels 40-jarige teamcaptain Stuiver de schone taak deze tweedeling in het elftal in goede banen te leiden. Dat leiden geen last hoeft te zijn en druk niet iets is waaronder bezweken hoeft te worden, laat hij wekelijks zien. En wanneer de thuiswedstrijd tegen Rottevalle 3 dan op het programma staat, een van de kanshebbers voor de titel, tovert hij een klein, grijs groot, wit konijn uit zijn hoed. De man die beter bekend staat als ‘de schrik van Valle’, de koning van de Lits, keizer van de Leijen, de man die in zijn jongere jaren in zijn eentje Rottevalle namens ONT op de pijnbank legde in de ‘derby van de Leijen’. Na weken van afwezigheid was het juist op deze dag dat ‘WoJaBo’ zijn comeback maakte, een zucht van verlichting was hoorbaar op sportpark ’t Ald Leger.
Tijdens het bekendmaken van de opstelling werd duidelijk dat Stuiver zichzelf een centrale, dienende rol in het elftal had toebedeeld op de plek van de afwezig Age Visser. Dé manier om het elftal bij de hand te nemen op deze cruciale zaterdagmiddag. Dat dit ten koste ging van o.a. Halbert van der Veen en Klaas Schurer werd gemakshalve op de koop toegenomen. Ondanks het gemis van beide heren in de hoofdbasis stond er één iemand in het veld die het beste van beide heren in zich heeft en in dat opzicht misschien wel de ideale voetballer is, hij was het dan ook die na 20 minuten spelen de groenhemden op voorsprong bracht. Niemand minder dan Klaas van der Veen opende het bal met een schot wat later bleek zijn beste van de middag te zijn. De boomlange sluitpost uit Rottevalle had geen antwoord op de inzet en moest een doelpunt toestaan. Tot dan toe was de defensie van Waskemeer nog niet in de problemen geweest en grapte doelman Prins (verder deze middag een uitstekende stand in voor de afwezige Hendrik Haaisma) dat hij, net als vorige week, zijn schoonvader wel weer kon gaan helpen in de tuin. Dat hoogmoed voor de val komt is niet voor niets een berucht spreekwoord, drie minuten en twee kansen later was het de rappe buitenspeler van Rottevalle die de stand volledig had omgedraaid en 1-2 op het scorebord had gezet. Na gestuntel in de achterhoede was het dezelfde nummer 8 die nog tweemaal raak schoot voor rust. Na eerst de edele delen van Prins geraakt te hebben was het een koud kunstje om de van de pijn creperende goalie te passeren.
Rusten met een achterstand was vooraf niet meegenomen in de mogelijke scenario’s en zo restte coach Stuiver dan ook niets anders dan het elftal volledig om te gooien, Martijn, Klaas, Johan, Rolf, Fokke en Alex verlieten het veld. Klaas, Gijs, Jenno, Bart, Halbert en Richard kwamen hen vervangen.
Met moeite, maar de wedstrijd kantelde met deze verse krachten. Kleine kansen dienden zich aan, grote kansen bleven uit. Totdat Klaas Schurer de bal voor de voeten kreeg, verwoestend uit wou halen en met een mistrap van jewelste de doelman op miraculeuze wijze verschalkte en zo de spanning terugbracht in de wedstrijd. Hierna bleef Waskemeer druk houden op de tegenstander om de gelijkmaker te forceren. Helaas moest dit zonder Wolter Jan, die moegestreden vroegtijdig de warme douche opzocht. Zijn vervanger, Klaas, zorgde even later voor de gelijkmaker. Met weinig kracht maar met veel precisie en richting en alle andere kenmerken die van een mogelijkheid een doelpunt maken wist hij de Rottevalle-defensie inclusief de doelman te verschalken. Met de armen in de lucht, gebalde vuisten, een klein huppeltje en een oerkreet vanuit de tenen vierde de invaller de gelijkmaker. Teamgenoten spoeden zich naar het middelpunt van de feestvreugde, Golsteijn haalde de leren knikker alvast uit het net om zo snel mogelijk het spel te hervatten, Prins maakte zich na een sprint van 85 meter klaar voor een vreugdesprong om bovenop de 9 hossende teamgenoten bij de cornervlag te belanden. Niets leek een succesvol slotoffensief nog in de weg te staan, de drie punten leken een zekerheid, zelfs de meest sceptische spelers fantaseerden al over het kampioensfeest.
Plots klonk er snerpend fluitsignaal, ruw werden de Waskemeerders gestoord in de feestvreugde.
Nog ongewis over de herkomst laat staan de oorzaak van dit oorverdovende geluid, keken een aantal spelers verdwaasd om zich heen. Het was Tjado Rinzema die als eerste iets ongewoons opmerkte, in plaats van naar de middenstip te wijzen en het doelpunt toe te kennen, stond scheidsrechter de Wit gedecideerd met zijn hand recht omhoog. Jenno de Boer, zelf ook regelmatig als leidsman te vinden op het sportpark, herkende het armgebaar direct maar kon zijn ogen niet geloven. Oene Bouma, minder bekend met de spelregels, bleef het doelpunt onverminderd door vieren. Het kwartje viel, zoals wel vaker, het eerst Halbert van der Veen. Ging dit doelpunt afgekeurd worden wegens buitenspel? Gijs Vonk, normaal gesproken wars van commentaar op de leiding, ging als eerste verhaal halen waarna er velen volgden. Ondanks de verwoede pogingen de man met de fluit op andere gedachten te brengen bleef deze voet bij stuk houden en restte Waskemeer niets anders dan zich bij de beslissing neer te leggen. Nadat ook Oene Bouma weer met beide benen op de grond stond hervatte Rottevalle de wedstrijd met een vrije trap.
Menig elftal zou na zo’n incident de moed in de schoenen zakken en zich neerleggen bij een nederlaag, de platte kar terug schuiven in de schuur en met natte ogen de volgende dag de ranglijst bekijken. Echter niet Waskemeer 5, nog eenmaal rechtten de gladiatoren van het meest ervaren elftal van de vereniging de rug en persten er in de slotfase nog alles uit om tot een kans te komen en zo een punt veilig te stellen. De verder onzichtbare Gijs Vonk was na een prachtig uitgespeeld aanval als zo vaak in zijn voetbalcarrière het eindstation. Waar voorheen de doelman zich dan kon opmaken voor een doeltrap was hij ditmaal succesvol. Net als bij aanvang van de wedstrijd stond er weer een gelijke stand op scorebord. Hierna vond arbiter de Wit het wel welletjes en floot op karakteristieke wijze, met het eerder gehoorde snerpende fluitsignaal, voor het einde van de wedstrijd.
Teleurstelling over het puntverlies was van korte duur en het behaalde punt werd tot in de late uurtjes op passende wijze gevierd.